Voor het eerst Noorderlicht gezien…
Net teruggekeerd van mijn derde reis naar het winterse IJsland! De afgelopen twee keer reisde ik in januari, nu was het maart. Dat lijkt een klein verschil, maar op IJsland zijn de lichtverschillen enorm; niet alleen tussen de verschillende dagdelen, maar ook tussen de maanden. Ik werd getroffen door de extra hoeveelheid licht ten opzichte van mijn vorige bezoeken in januari. Sowieso is er op IJsland in maart al veel meer daglicht dan in Nederland.
Er was nog een andere meevaller. Gedurende de hele reis heeft de zon voortdurend geschenen. Een unicum, begreep ik van diverse IJslanders. Gecombineerd met een temperatuur van rond het vriespunt (ietsje kouder dan in Nederland) waren de weersomstandigheden buitengewoon goed. Zelfs zó goed dat ik voor het eerst van mijn leven een uur lang het Noorderlicht heb kunnen aanschouwen! Ongelooflijk om de groene Aurora-golven traag door de lucht te zien dansen.
Diepe spleten van 60 meter diep
Ik reisde samen met mijn vriend. Voor hem was het een eerste kennismaking met IJsland. Omdat IJsland wat betreft natuurverschijnselen een unieke en extreme bestemming is, kozen wij voor een privé-(dag)excursie met een Nederlands Belgische gids, Julian. Hoofddoel van deze vanaf Reykjavik 13 uur durende dagtrip was een wandeling en afdaling op en in de Sólheimajökull-gletsjer.
De tocht deden wij met speciale ijzers onder onze schoenen. Plus een harnas om af te kunnen dalen en in het ergste geval gered te kunnen worden. Het is namelijk oppassen wanneer je zo’n gletsjer opgaat: er zijn gaten en spleten die al snel tussen de 20-60 meter diep zijn. Die moet je dus goed in de gaten houden!
Een paar dagen voor onze komst was er flink wat sneeuw gevallen. Met als gevolg dat wij schattige sneeuwkuiltjes op de gletsjer leken te zien, maar dat het in werkelijkheid zeer verraderlijke gletsjerspleten waren.
Super interessante weetjes
Gelukkig begeleidde Julian ons zeer bekwaam en behoedzaam. En passant liet hij heel veel super interessante weetjes en feiten over dit indrukwekkende natuurverschijnsel de revue passeren. Zo vertelde hij dat het uiteinde van de gletsjertong binnen 20 minuten zou verkleuren wanneer je een beetje kleurstof zou laten vallen op het punt waar wij stonden.
Het bijzondere van de IJslandse gletsjers is sowieso dat ze op zeeniveau liggen. En er in het eeuwenoude ijs fascinerende, door vulkaanuitbarstingen veroorzaakte zwarte lagen zitten.
Het pure IJslandse water
Wij kregen de gelegenheid in de spleten af te dalen, en waar mogelijk ook te lopen. Daardoor konden we prachtige, lichtblauw gevormde ijswanden zien. En letterlijk het pure water proeven van IJsland. Het gletsjermeer aan het einde van de gletsjer is ongelooflijk diep, meer dan 60 meter. Er dreven diverse, losgekomen, grote ijsstukken in. Ogenschijnlijk bijna kunstzinnig… met een driehoekvorm, lichtblauwe, witte en zwarte tinten.
WOW!!
Pikzwart zand en spekgladde watervallen
Ook stopten we onderweg bij een geheim, zwart strand dat uitzicht bood op de Westman eilanden. Een wilde, wit kolkende oceaan landde er op het pikzwarte strand. In de verte zagen we de ruige eilanden, die met een beetje fantasie op kiezen leken die zomaar uit de oceaan staken.
In 1963 ontstond hier binnen een aantal maanden zomaar een compleet nieuw eiland, Surtsey, als gevolg van een vulkaanuitbarsting. Van de eerste contouren was destijds een visserman getuige, waarbij hij het acute gevoel kreeg gek te worden. Verder zagen we ravenkoppels zich te goed doen aan een poolvosje. Dit speelde zich af bij de brede ondiepe, meanderende gletsjerrivier, de Markarfljot, die uitkomt op de oceaan. Het bijzondere aan de raven is dat ze op IJsland een belangrijke rol spelen in de mythe rond de God Odin. Onder de naam Huginn and Muninn zijn ze de helpende handen van Odin, en symboliseren ze de gedachtewereld en het geheugen. Ze fluisteren het nieuws over hun reizen in de oren van hun ‘baas’, Odin.
Bijna-glijpartij!!!
Iets verder ligt de spectaculaire Seljalandsfoss, een dubbele waterval waar je, als je geluk hebt, achterlangs kunt passeren. Wij lieten ons niet stoppen door de nattigheid en kwamen achter de watervallen terecht in een zeer gladde rotsmassa vol met ijzel. Dit ging maar nét goed!!! En om de bijna-glijpartij te relativeren lachten we uitbundig.
De daaropvolgende Skógafoss is een hogere en bredere waterval, iets verderop. Als de zon schijnt heb je hier een prachtige regenboog die de waterval flankeert. Wij hadden de gelegenheid om via de trappen omhoog te gaan, naar de top van de waterval. En vervolgens nog iets verder te wandelen naar het begin van de hooglanden – met vele prachtige Canyons en watervallen.
Meest indrukwekkende watervallen
Tot slot maakten we een stop in Ölfus. Vanaf een plateau op enkele honderden meters boven zeeniveau kon je daar in de verte de rivier vallei Ölfusá zien, die volledig bedekt was door dikke, witte dotten mist.
Deze rivier heeft een van de meest indrukwekkende watervallen van IJsland, te weten de Gullfoss, ofwel gouden waterval. Daarna genoten we nog van de mosvelden die op lava groeien. Ze worden ook wel marshmellows en scrambled eggs genoemd. Het bizarre is dat mos heel teer is en maar tien centimeter groeit in 50 jaar.
Meerwaarde privé-excursie
Het fijne van een privé-excursie is dat je één of meerdere dagen op plekken komt waar je zelf, als reiziger, niet zo snel zou komen. En dat je insider-informatie krijgt die je zoveel meer laten zien en begrijpen, met als resultaat dat je meer inzicht en waardering krijgt – in dit geval voor het fascinerende IJsland!
Na drie keer IJsland ben ik nóg verliefder en hongeriger naar deze bestemming geworden. Mijn vriend en ik hebben intens genoten van het uitgestrekte en desolate landschap.