New York City is de stad die iedereen kent uit talloze films en series. Tijdens een studiereis bezocht ik deze wereldstad voor de eerste keer, maar ik had overal waar ik kwam wel verschillende punten van herkenning. Dit maakt dan ook dat ik mij eigenlijk meteen thuis voelde in deze immense stad.
Ook al is de bijnaam van deze stad “The City that never sleeps”, de drukte als je daadwerkelijk in de stad bent voelt helemaal niet als benauwend of overvol. Dit is uiteraard wel met uitzondering van de echte toeristische hoogtepunten, zoals bijvoorbeeld Times Square.
Wat ik onderzettend leuk vond aan deze stad is om ook de minder bekende stadsdelen te ontdekken. Bijvoorbeeld het High Line Park, een mooi stadspark dat helemaal van Midtown Manhattan naar Lower Manhattan loopt, of bijvoorbeeld Greenwich Village. Dit is een deel van Manhattan waar geen hoogbouw te vinden is. Overal zijn gezellige restaurantjes te vinden waar je ’s avonds in de meeste restaurants kunt genieten van live muziek. In Greenwich Village kun je ook naar Washington Square Park gaan, waar ’s avonds alle New Yorkers samenkomen om na het werk even bij te komen in een groene omgeving. In dit park vind je om deze reden ook veel muzikanten en straatartiesten.
Uiteraard zijn er ook een aantal highlights in New York City die je als toerist zeker gezien moet hebben. Bijvoorbeeld Times Square met de neonlicht borden die de aandacht trekken, of een boottocht langs het Vrijheidsbeeld. Dit is absoluut de moeite waard om te doen tijdens een eerste bezoek aan New York City. Echter, wanneer je bijvoorbeeld al voor de tweede keer naar New York City gaat, dan is het ook leuk om een minder toeristisch pad te bewandelen. Door dit te combineren met enkele echte bezienswaardigheden beleef je de ultieme New York City experience!