Uitgestrekte steppen
De naam Kansas komt van het Sioux-woord ‘kansa’, dat ‘volk van de zuidenwind’ betekent. In 1541 stapte de eerste Europeaan rond in het gebied dat later Kansas zou gaan heten. Ontdekkingsreiziger Francisco Vásquez de Coronado was op zoek naar goud, maar vond slechts uitgestrekte steppen die bewoond werden door Indianen. Het gebied werd later opgeëist door de Fransen, maar eigenlijk was niemand bijzonder in Kansas geïnteresseerd. Op enkele militaire forten na (Fort Leavenworth was in 1827 de eerste Amerikaanse nederzetting in Kansas) werd het gebied nauwelijks bewoond door kolonisten. Echte avonturiers trokken verder naar het westen, richting de goudmijnen van Californië.
Warm en droog
Kansas heeft warme en droge zomers en is alleen daardoor al een bezoek meer dan waard. Trek er met de auto of camper op uit en waan je in een film als je over eindeloze (soms onverharde!) wegen rijdt, en slechts af en toe een boerderij tegenkomt.
De staat was oorspronkelijk bijna helemaal begroeid met prairiegras. Een groot deel van Kansas is onderdeel van de Great Plains, een groot gebied van uitgestrekte (soms glooiende) vlakten, dat loopt van Texas in het zuiden tot de Amerikaanse noordgrens met Canada. De vruchtbare prairiegronden bleken geschikt voor akkerbouw; tarwe en mais zijn nog steeds een belangrijke inkomstenbron.
Kedeng, kedeng..
Wie toch op zoek is naar stedelijk vertier, vindt in Kansas City – dat voor het grootste gedeelte in buurstaat Missouri ligt en een half miljoen inwoners heeft - vast iets van zijn gading. Kansas’ hoofdstad Topeka is een flink stuk kleiner en werd in 1854 gesticht op de plek waar kolonisten de rivier de Kansas overstaken. De stad begon te groeien toen het een stopplaats werd op de beroemde treinverbinding van Atchison, Topeka & Sante Fe Railway. Topeka is een echte family friendly-bestemming met ook onverwachte uitstapjes. Wat te denken van een bezoek aan een wedstrijd van de Topeka Pilots, de plaatselijke ijshockeyploeg?