Glacier National Park
Whitefish is de perfecte uitvalsbasis om het fantastische Glacier National Park te bezoeken. Het park heeft zijn naam onder meer te danken aan de vijftig gletsjers in het park, waarvan de Grinnell Glacier de grootste is. Verder heeft het park ruim tweehonderd meren van verschillende afmetingen. Het fraaiste meer is het St. Mary Lake. De meeste dalen en meren zijn miljoenen jaren geleden tijdens de IJstijd door gletsjers uitgeslepen. Het Glacier National Park heeft een enorm rijke en prachtige natuur. In het park leven onder meer de machtige grizzlyberen, bighorn-schapen, wolven, bergleeuwen, zwarte beren, otters, elanden, wapiti’s (edelherten) en bevers. De verscheidenheid aan planten, struiken en bloemen is enorm. Aangezien het laat zomer is in dit deel van de Verenigde Staten, is de bloeitijd begin juli. De dalen aan de oostzijde van het park zijn dicht bebost, met pijnbomen, sparren en dennen. De dalen aan de westzijde hebben dichte coniferenbossen.
Er loopt slechts één weg (dwars) door het park, de Going-to-the-Sun Road. Deze beroemde weg is 82 kilometer lang en wordt tot de mooiste berglandschapsroutes van de Verenigde Staten gerekend. En terecht: watervalletjes storten zo op de weg, mountain sheep steken de weg over en de vergezichten op bergen, meren en valleien zijn prachtig. Kortom: een hoogtepunt van je reis! De weg verbindt het oostelijk deel van het park met het westelijke deel en gaat langs de Continental Divide, de waterscheidingslijn. Het water aan de linker- en rechterzijde van deze lijn stroomt respectievelijk naar het westen en het oosten van de Verenigde Staten. Je passeert de waterscheidingslijn onder meer op de Logan Pass (2.035 meter), waar ook een Visitor Center is.
Things to do
Er zijn vele mogelijkheden om actief te zijn in Whitefish en dat het hele jaar door. In de winter is het een fantastisch ski gebied. In de zomer kun je wandelen en mountainbiken. Voor de liefhebbers zijn er ook Zip Line tours.